top of page

How to: Fotografie

39108022621_0ca1613cd1_k.jpg

Welkom op mijn fotografie blog. Op deze pagina zal ik de meest basisstappen in fotografie op een zo simpel mogelijke manier proberen uit te leggen en te laten zien. Voor iedereen die, net als ik, ook geïnteresseerd is in de wereld der fotografie.

​

Laat ik even beginnen met het feit dat ik echt niet alles weet en dit puur uit hobby doe, mochten er dus toevoegingen zijn of mocht ik ergens een fout(je) hebben gemaakt voel je dan absoluut vrij om mij dat te laten weten via het contactformulier.

​

Ik hoop hiermee wat duidelijkheid te kunnen geven aan een ieder die de manuele instellingen nog lastig vindt of aan een ieder die graag wat meer met zijn/haar camera zou willen doen.

 

In dit eerste "deel" zal ik aandacht besteden aan de belichtingsdriehoek,

geregeld door:

1: Sluitertijd

2: ISO-waarde, of "film gevoeligheid

3: Diafragma

​

Pagina 2

4: Foutieve informatie

 

De belichtingsdriehoek is altijd een sommetje, stel je 1 + 2 in, dan zul je om een goede belichting te krijgen maar 1 optie hebben bij keuze 3. Alle drie hangen van elkaar af namelijk.

Hoe je je camera dan in moet stellen? Dat is nooit op voorhand te zeggen, natuurlijk zijn voor bepaalde situaties echt wel ideale stappen, maar de rest hangt zo enorm af van het aanwezige licht; dus de locatie en tijdstip van je foto-moment, dat niemand je met zekerheid kan zeggen je moet XX/**/YY instellen.

​

Hoe je uiteindelijk tot die instellingen gaat kunnen komen ga ik je hieronder hopelijk kunnen uitleggen.

​

39239740800_a8484a731a_o.jpg
Sluitertijd

SLUITERTIJD

​

Stap 1 in mijn uitleg. Sluitertijd. Wat is het? Wat doet het? Eigenlijk is sluitertijd heel simpel. Dat is namelijk de tijd die het je camera kost een foto te maken. Hoe langer die tijd, hoe langer je sluiter open staat. En daar zitten wat haken en ogen aan.

​

Hoe langer je sluitertijd is namelijk, hoe meer licht er binnenkomt in je camera. Dat is fijn, want met licht maak je je foto. Maar, als hij te lang is kun jij in de hand die camera niet stil genoeg houden en zal je foto bewogen zijn. 

​

Ook zul je je sluitertijd aan moeten passen aan wat je wil fotograferen. Stel je wil een foto maken van een spelend kind. Dan kun je geen sluitertijd nemen van 1 volle seconde. Je zult dan voor iets relatief snels moeten kiezen als (ter voorbeeld) 1/500ste.

​

Maak je foto's van fruit of standbeelden en staat je camera op statief dan kun je dus wel kiezen voor zo'n langere sluitertijd. Je onderwerp beweegt niet en je camera ook niet, want deze staat op statief.

​

Je kunt echter ook met je sluitertijd spelen om bepaalde effecten te krijgen in je foto. Wil je een foto nemen van een langsrijdende auto, dit noemen we "panning" dan wil je juist wat beweging in je foto. Want daardoor zie je dat die auto wel degelijk bewoog. Wat je hierbij doet is dan een sluitertijd van b.v 1/100ste nemen en met de auto meebewegen terwijl je afdrukt. Als je dit goed beheerst zal de auto scherp zijn, omdat je daarmee mee beweegt, maar de achtergrond zal bewogen zijn. 

​

Er zijn echter nog wat kleine tips om aan te denken. Een veel gebruikt ezelsbruggetje om je sluitertijd niet te langzaam te maken is bijvoorbeeld dat je niet lager gaat dan het aantal MM waarop je lens staat als je de foto maakt. Klinkt lastig? Valt mee! Kijk maar:

​

Stel dat je lens op 17mm staat, dan kun je beter niet onder 1/17e fotograferen. En zo gaat het alsmaar door. 50mm lens? Niet langzamer dan 1/50ste. Zoomlens met 300mm? Ga niet trager dan 1/300ste! 

(kleine sidenote, de meeste lenzen hebben tegenwoordig een versie van stabilisatie. Daarmee kun je absoluut gemakkelijk langer. Maar dat is een hulpmiddel waar ik nu even niet vanuit ga)

​

Kijk de voorbeelden hiernaast maar:

uitleg.png
ISO
ISO.jpg

ISO waarde

​

ISO is een oude term, gebruikt in de analoge fotografie en die is blijven hangen voor de digitale wereld. ISO bepaald de gevoeligheid van je sensor. Hoe hoger het getal, hoe hoger de gevoeligheid voor licht. Ideaal! Altijd lekker hoog dan? Nee. Zo werkt dat niet. Want er zitten nadelen aan. Maar die zijn tegenwoordig lang niet zo erg meer.​

​

Ik wil alleen even beginnen met het feit dat veel mensen tegenwoordig nog veel te bang zijn om de ISO van hun camera omhoog te zetten. Dat is echt onnodig. Je kunt gerust je ISO waarde hoger zetten dan 100 of 200. Er zit echt wel een limiet aan hoor, maar leer die van jouw camera kennen. Weet tot waar je kunt gaan en nog beelden kunt maken die naar je zin zijn qua ruis. Want ruis is wat je creeërt met een te hoge ISO waarde voor je camera.

​

Als je een instapcamera hebt dan zul je die ruis al zien bij ISO800 waarschijnlijk, heb je een wat hoger geplaatste camera zul je vast op ISO1600 nog prima foto's kunnen maken. Zoals op het bovenste voorbeeld links te zien is, een voorbeeld met dank aan DPreview, is mijn camera bij ISO12800 zelfs echt nog acceptabel. De techniek staat niet stil. Dus probeer absoluut uit waar jij de grens van je camera vind liggen.

​

Ik heb links nder enkele voorbeelden van mijn camera toegevoegd met verschillende ISO-waardes. Van laag naar hoog.

​

Kijk de voorbeelden hieronder maar:

Diafragma

DIAFRAGMA

​

Als 3e in de belichtingsdriehoek. Het diafragma, ofwel, het F getal op je camera. Een lastig woord en een lastig(ere) uitleg. Het diafragma bepaald veel en heeft enkele haken en ogen. Ik zal m'n best doen deze zo duidelijk mogelijk uit te leggen.​

​

Om mee te beginnen bepaald het diafragma, net als de sluitertijd en de ISO ook, hoeveel licht er op je sensor komt en dus hoe licht je foto wordt. Dit komt omdat je diafragma de opening in je lens is waardoor het licht je camera in komt.

​

Pak nu voor de beeldvorming je camera er eens bij en kijk eens op de voorkant van de lens die erop zit. Dus naar het glas, alsof je een selfie maakt. Hier vind je namelijk wat belangrijke informatie. De naam van je lens Canon/Nikon/Sigma/Tamron/ETC en het aantal MM zoom, b.v 17-40 / 18-200 / 24-70 en daarachter staat 1:XXX en die XXX is het maximale diafragma van je lens. Dit kan 1 getal zijn. Als F1.2 of F4, maar kunnen er ook 2 zijn. B.v 1:4-5.6.

​

Dit houdt in dat je lens afhankelijk is van de zoom die je gebruikt. Bij 1 getal, zoals b.v F2.8 is je lens altijd, hoe je ook zoomt, maximaal te gebruiken tot F2.8. Maar staan er 2 getallen, dan hangt het af van hoeveel zoom je gebruikt. Heb je b.v een 18-200 1:4-5.6 dan is die lens op 18mm een F4, maar op 200mm een F5.6.

​

Wat vaak verwarrend wordt gevonden aan het diafragma is dat hoe hoger het getal wat jij instelt op je camera, hoe kleiner je diafragma in de camera is. M.a.w een hoog F getal zoals F11 bijvoorbeeld is dus kleiner en laat minder licht door dan F4.

​

Naast de hoeveelheid licht die binnenkomt bepaald je diafragma ook je DOF, dat staat voor Depth Of Field. Wat dat is? Nou dat bepaalt hoe groot het stukje scherpte is in je foto. Wil je bijvoorbeeld een foto maken van een persoon zijn gezicht en staat je camera op F2.8 heb je grote kans dat alleen diegene zijn wimpers scherp zijn. Ga je naar F4, dan lever je wat lichtsterkte in, maar is wel diegene zijn neus en wangen ook scherp en zet je hem op F8 is zijn hele hoofd scherp. Je zult daarvoor wel concessies moeten doen, je ISO moet dan omhoog of je sluitertijd moet dan trager om die belichting goed te houden.

​

Er is echter meer. F8 in mijn bovenste voorbeeld komt niet uit de lucht vallen. Veel tips op Facebook gaan van "Dan moet je op F16 of F22 fotograferen". Dat is echter niet zonder "gevaar", veel lenzen krijgen bij een erg geknepen/klein diafragma last van diffractie. Dat is juist scherpte verlies. Dat wil je niet. Maar hoe krijg je dan veel scherp als je toch een volledige auto op de foto wil?

Dat komt doordat je "hyperfocaal" kunt scherpstellen. Dat wil zeggen dat hoeveel DOF je hebt niet alleen samenhangt met je gekozen diafragma, maar ook met de zoom die je gebruikt op je lens EN met de afstand tot je onderwerp, dit gaat zelfs zover dat er verschil in zit of je een cropcamera hebt of een full-frame.

​

Een voorbeeld hoe dit werkt:
F2.8 op 200mm en onderwerp op 2meter = 2cm scherpte

F2.8 op 200mm en onderwerp op 20meter = 1.68m scherpte

​

Zo kun je dus een compleet landschap scherp hebben door op F2.8 te fotograferen als je dit doet met een 24mm lens en scherp stelt op iets dat 8 meter ver is, of verder. Want, hoe minder zoom, hoe meer er scherp is!

​

Nog 1 kleine toevoeging, omdat het een erg leuke "gimmick" is die ook door je diafragma wordt bepaald. 

Stervorming

​

Je kunt lantaarnpalen, kleine lichtjes en zelfs de zon (als je die door de bladeren van een boom laat schijnen) omtoveren tot sterren namelijk door een klein diafragma (dat is een hoog F getal) te kiezen.

​

Stel dat je 's avonds een foto maakt in een stad, je camera staat op statief. Je kunt dus voor een lange sluitertijd kiezen en hebt je ISO daarom lekker laag staan. Ik verzin maar iets, 2 seconden en ISO100, met F4. Maar er zijn veel lantaarnpalen en zo'n stervorming lijkt je leuk. dan ga je naar 8 seconden, ISO100 en F11.

​

Kijk de voorbeelden hiernaast en onder maar:

Diafragma.jpg
Diafragma2.jpg

Ter afsluiting, er is zo enorm veel te vertellen over fotografie. Er zijn nog zoveel dingen niet aangehaald, denk aan bewerken, flitsen, beeldkwaliteit, verschil tussen crop en full-frame en ga zo maar door. 

​

Wellicht ga ik daar in de toekomst ook nog wel wat over schrijven. Dit wilde ik nu graag eens doen en ik ga kijken hoe dit opgevat wordt door iedereen.

Dus wie weet tot zien, bij deel 2!

bottom of page